Diagnose
De diagnose begint met een grondig lichamelijk onderzoek waarbij de arts de knie inspecteert op tekenen van maltracking, zwelling en pijn. Specifieke tests zoals de patellofemorale compressietest kunnen worden gebruikt om de stabiliteit van de knieschijf te beoordelen. Beeldvormende technieken zoals röntgenfoto’s, MRI of CT-scans kunnen helpen om de anatomische structuur van de knie en de mate van uitlijning zichtbaar te maken.
Behandeling
Behandeling van slechte uitlijning van de knieschijf richt zich op het verlichten van symptomen en het verbeteren van de kniefunctie. Conservatieve behandelingen omvatten fysiotherapie om de spieren rond de knie te versterken, met name de quadriceps en heupspieren, om de knieschijf beter uitgelijnd te houden. Het dragen van een kniebrace of orthopedische inlegzolen kunnen helpen de knieschijf te stabiliseren en verdere verergering te voorkomen.
Medicijnen zoals pijnstillers en ontstekingsremmers kunnen helpen om pijn en ontsteking te verminderen. Injecties met corticosteroïden of het toedienen van Hyaluronzuur supplement kunnen tijdelijk verlichting bieden. In ernstige gevallen, waar conservatieve behandelingen niet voldoende effectief zijn, kan een chirurgische ingreep nodig zijn om de uitlijning van de knieschijf te corrigeren. Chirurgische opties variëren van artroscopische procedures om losse stukjes kraakbeen te verwijderen tot complexe reconstructies om de anatomie van de knie aan te passen.