Een enkelblessure kan erg pijnlijk zijn, maar het is niet altijd direct duidelijk of de enkel gebroken of gekneusd is. Beide soorten letsel kunnen vergelijkbare symptomen vertonen, zoals zwelling en pijn, maar er zijn belangrijke verschillen. In deze blog leggen we uit hoe je het verschil kunt herkennen en welke behandelingen geschikt zijn voor beide aandoeningen.
Een gebroken enkel betekent dat één of meerdere botten in de enkel zijn gebarsten of volledig zijn gebroken. Dit kan gebeuren door een val, een harde klap of een ongeluk waarbij veel kracht op de enkel wordt uitgeoefend. De botten van de enkel – het scheenbeen, kuitbeen, en het sprongbeen – kunnen worden aangetast.
Een gekneusde enkel daarentegen betekent dat het zachte weefsel, zoals spieren, pezen of ligamenten, is beschadigd zonder dat er sprake is van een botbreuk. Dit letsel ontstaat vaak door een verdraaiing of een verkeerde beweging van de enkel, waarbij de gewrichtsbanden uitgerekt of gescheurd kunnen zijn.
Het verschil tussen een gebroken en gekneusde enkel is niet altijd eenvoudig te zien, maar er zijn enkele signalen die je kunnen helpen het onderscheid te maken:
Bij twijfel is het altijd belangrijk om een arts te raadplegen en mogelijk een röntgenfoto te laten maken om een botbreuk uit te sluiten.
Bij een enkelblessure is het belangrijk om een arts te raadplegen voor een diagnose, vaak met een röntgenfoto.
Bij een gekneusde enkel is rusten en het toepassen van de RICE-methode essentieel: rust, ijs, compressie (zoals een enkelbrace) en elevatie. Een enkelbrace helpt de enkel te stabiliseren tijdens het herstel.
Bij een gebroken enkel wordt meestal een gipsverband aangelegd om de botten te stabiliseren. Soms is een operatie nodig om de botten te herstellen. Rust en immobilisatie zijn cruciaal tijdens het genezingsproces, gevolgd door fysiotherapie om de enkel te versterken.
volg ons
makkelijk betalen
5% korting op je bestelling?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang meteen
5% korting voor de eerst volgende bestelling
